gerard-van-der-wees--vz.jpg
05 februari 2024

Blog Gerard - februari

Wij als VHVL zijn blij met alle input die we krijgen van leden en andere belangstellenden.

Ten slotte doen wij alle verrichtingen voor onze leden en willen we bijdragen aan kwaliteit van zorg voor hart-, vaat-, en longpatienten. Wij vertegenwoordigen onze leden en andere fysiotherapeuten die werken met onze doelgroepen en snappen dat sommige ontwikkelingen vragen oproepen. We zijn blij dat deze vragen worden gesteld, want dat maakt de verbinding tussen beleid en praktijk.

VHVL ontvangt regelmatig vragen van leden en niet-leden, via de mail, over de aantekeningenregisters van VHVL in relatie tot selectieve inkoop.  We merken dat de gedachte heerst dat het register op zichzelf voldoende zou moeten zijn om voor selectieve inkoop in aanmerking te komen.

In de Hart-, Vaat- en Longregisters kun je alleen worden geregistreerd als je aan minimumeisen op het gebied van opleiding voldoet. Voor herregistratie geldt dan nog het volgen van nascholingen en o.a. een werkeis. Hiermee worden bijvoorbeeld longfysiotherapeuten tegelijkertijd zichtbaar voor verwijzers, patiënten en verzekeraars.
Deze registers zijn de basis voor Zorgverzekeraars om over te gaan op selectieve inkoop. Om daarmee bijvoorbeeld longpatiënten zoveel mogelijk door daarvoor opgeleide longfysiotherapeuten te laten behandelen.
Maar bij selectieve inkoop, bijvoorbeeld van longfysiotherapie, worden meer eisen gesteld dan alleen de registratie in een register.

Met name de deelname aan vakinhoudelijke netwerken is een belangrijke voorwaarde om in aanmerking te komen voor selectieve inkoop. Inhoudelijke netwerken zijn regionaal georganiseerd, hebben korte onderlinge lijnen met verwijzers en werken vaak zelf aan kwaliteitsontwikkeling.

Die meerwaarde wordt door Zorgverzekeraars op waarde geschat en daarom is dat een onderdeel van de voorwaarden voor selectieve inkoop. Wij ondersteunen de kwaliteitsontwikkeling en juichen dit toe. Om als netwerk in aanmerking te komen voor selectieve inkoop zijn wel enkele eisen van toepassing, waaraan een netwerk dient te voldoen. De VHVL heeft contact gezocht met de netwerken en de meeste netwerken voldoen in de basis aan dergelijke eisen. In die zin vraagt selectieve inkoop niet of nauwelijks meer van longfysiotherapeuten dan nu al in de praktijk gedaan wordt vanuit de eigen ambitie. Datalevering aan LDF zal wel een onderdeel worden van de netwerkeisen en VHVL is aan het nadenken hoe we leden en netwerken hiermee kunnen ondersteunen.

Een knelpunt daarbij is, dat Zorgzerzekeraars uitgaan van een schaalgrootte van > 200 fysiotherapeuten per netwerk. Veel netwerken hebben niet zoveel leden. Daarom werkt de VHVL aan een model om alle bekende netwerken te verbinden aan de VHVL om als gezamenlijk netwerk wél aan dat volume te komen. Verzekeraars staan open voor deze constructie en de VHVL verwacht in de 1e helft van dit jaar deze opzet georganiseerd te hebben.

Hiermee kan een longfysiotherapeut kiezen voor een aan VHVL aangesloten regionaal netwerk om in aanmerking te komen voor selectieve inkoop of om aan te sluiten bij  Chronisch Zorgnet (CZN).

VHVL vindt keuzevrijheid belangrijk in combinatie met kwaliteit.
Met deze opzet willen we verbinden tussen zorgverzekeraars en therapeuten en zo zorg voor onze patiënten verbeteren met keuzevrijheid voor de therapeut.

Groet van jullie voorzitter,
Gerard